zaterdag 12 februari 2011

Afscheid van Kep en óp naar onze laatste verblijfplaats in Cambodja, Phnom Penh.
De buskaartjes, voor het openbaar vervoer, hebben we in ons bezit.
De tuk-tuk, besteld die ons naar het busstation zal brengen en koffers gepakt.
Na het ontbijt is er nog tijd om even naar de krabbenmarkt te gaan.

De krabben zitten in manden die aan een touw gebonden, in zee drijven. Als er een koper is, trekken vrouwen de manden naar de kant. De krabben worden van boven en onder bekeken en gekeurd. 
Andere vrouwen proberen hun krabben aan te bevelen.
De krabben worden vervolgens gedood door vóór in de krab, met een één tand-vork te steken.
Andere vrouwen hebben net een paar kippen geslacht, die vervolgens in zee geplukt en gewassen worden.
Op de markt wordt op kleine schaal nog groenten en fruit verkocht.

Vóór de restaurantjes worden voorbereidingen getroffen voor de avond.
 Groenten schoongemaakt en gehakt klaar gemaakt. Kruiden fijn gestampt en knoflook gepeld.
Kep is niet alleen bekend voor zijn krabben, maar ook voor peper en zout.

Geduld hebben hoort bij het verre oosten en de westerse gewoontes moeten even vergeten worden. Want als de bus om 13.00 u. zal vertrekken betekend dat niet dat  je om die tijd in de bus zit.
Ook deze bus komt ongeveer drie kwartier te laat. 
In de bus is het zoals altijd, eerst een knokfilm op tv, met veel bloed, daarna zoet-sappige muziek met romantische beelden.
Ook nú is de bus een soort transportmiddel, want regelmatig worden er goederen in- of uitgeladen.
Als er geen zitplaats is wordt er een plastic keukenstoel in het middenpad geplaatst en is het probleem opgelost.
De weg is enkel baans, terwijl er getoeterd wordt voor overstekende koeien, honden, kippen of motorfietsen.

Het landschap laat soms eigenaardige bergen zien, die als grote molshopen in het land liggen.
Verder is er voornamelijk lintbebouwing.
De rit duurt ongeveer vier uur en als we Phnom Penh naderen neemt de verkeersdrukte enorm toe.
Op een gegeven moment komen vrachtwagentjes  ons tegemoet waar in de bak vrouwen op elkaar gedrukt staan en op deze manier vervoerd worden. Waarschijnlijk zijn het vrouwen die van hun werk komen. Tientallen van deze vrachtwagens zien we langs rijden. 
Voorlopig wil ik niet meer praten over het veevervoer in Nederland.

In Pnhom Penh aangekomen krijgen we even een cultuurschok, van een stil, landelijk plaatsje als Kep, in zo'n chaos terecht komen is even wennen. De  straten 
zijn helemaal vol auto's, bromfietsen en alles wat rijden kan.
Bij de Oude markt is het busstation en nog voor we uitgestapt zijn, komen tuk-tuk rijders als vliegen op je af.
Toch lukt het ons in die chaos twee tuk-tuks te bemachtigen en worden we netjes bij het Bougainvillier hotel afgezet.
Wel proberen de tuk-tuk chauffeurs ons voor ritjes te strikken. (wat deze keer niet lukt).
Fijn dat kamers via internet zijn geboekt en we niet hoeven te zoeken.
Het hotel ligt langs de Tonglé Sap river.

Wat is Phnom Penh veranderd in de jaren ná 2002, de drukte is enorm, wat er wel nog is zijn de bedelende moeders met baby'tjes en jongetjes die boeken verkopen.
Op de boulevard is het enorm druk, motors met hele families, busjes, tuk-tuks vrachtverkeer, alles komt met veel lawaai langs gereden.
In een zijstraatje willen we gaan eten, maar komen in een soort animeerbar terecht. Het eten is goed, maar voor een laatste drankje gaan we toch naar het dakterras van ons eigen hotel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten