woensdag 9 februari 2011

De tocht naar de koraaleilanden begint met een busrit naar het haventje van Kep. 
Alles in Cambodja is vrij primitief, dus ook het bootje waar we de oversteek mee maken. Het is een zelfde bootje als waar de vissers de zee mee op varen.
 Enkele planken om op te zitten, water in de romp zodat we op moeten letten waar we onze voeten zetten en verder twee jonge jongens, een als schipper en een als gids.
Het programma is niet duidelijk, alleen weten we dat we gekozen hebben twee eilandjes te bezoeken, op één eilandje kunnen snorkelen en dat bij deze tocht de lunch is inbegrepen. 
En dan begint het avontuur! 
Natuurlijk zit ons zwempak in de rugzak, terwijl we geen mogelijkheid hebben ons ergens om te kleden.
Want ongeveer 50 meter vóór de kust van Snake-islands stopt de boot en is de bedoeling dat we de zee in gaan. 
Het kost al moeite om het zwempak aan te krijgen, vervolgens is het probleem hoe uit de wiebelende boot te komen. We krijgen een snorkel en met enige hulp springen we dan toch in de zee die hier vrij diep is.
Vervolgens proberen we via de duikbril iets in het water te zien, maar omdat de snorkel té klein is, wij alleen in een grijs verleden ooit gesnorkeld hebben en bovendien het water heel erg zout is dat ik telkens binnen krijg, ben ik blij dat de gids een rots in het water vindt waar ik even kan staan. Rondom deze rots is inderdaad koraal te zien. 
Maar dan...... we willen terug de boot in, dat is pas echt een probleem. Op eigen kracht lukt dat echt niet, je moet jezelf namelijk omhoog
hijsen aan rand van de boot die hoog in het water ligt. Wien probeert me een zetje te geven, zonder succes.
Ook voor dit probleem is een oplossing, de twee jongens maken van een touw een lus, waar ik met mijn benen in moet, dan trekken ze mij de met z'n tweeën de boot in. Het is zo komisch dat ik op mijn buik in de boot beland en niet recht kom van het lachen.
Gelukkig waren er verder geen toeschouwers.
Dat was dus het snorkelen.

Een eindje verder gaan we aan land bij een klein strand. Gelukkig kunnen we nu makkelijker uit de boot en er later weer in.
Op dit eilandje staan wat hutjes bij elkaar, verder is er niets te doen, want hier komen geen toeristen.
In zee liggen grote zeesterren en het water is heerlijk warm. Jammer dat er zoveel troep op het strand ligt.

Kep ligt aan de grens met Vietnam en de eilanden die iets verder weg liggen behoren tot Vietnam.

Op Rabit-Islands komen wel toeristen en kan er overnacht worden in hutjes op het strand. Vooral jongeren maken hier gebruik van.
Eindelijk kunnen we gewoon zwemmen in het heerlijk warme water en zonnen op het strand. 
Het eten, klaargemaakt in een klein restaurantje, krijgen we op het strand geserveerd. 

Rood verbrand en moe zijn we om 16.30 u. terug in Champey Inn.
De koude douche is even wennen. 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten